Stene, ons dorp.
In de schaduw van Oostende ligt Stene te wachten, een lieflijk dorp bij de polders. Een zakdoek groot, maar toch goed voor een witgekalkte kerk, een oude molen en fijne plekjes waar je geniet van een perfect getapt glas bier of verfijnde gastronomie.
Een oude dorpskern
De vrij goed bewaarde traditionele dorpsbebouwing met 19de-eeuws uitzicht bestaat voornamelijk uit bescheiden woningen. Het rurale karakter van het dorp is het best bewaard in het zuidelijk gedeelte van de Stenedorpstraat.
Een molen
De Molen van Stene of Plaatsemolen, een bakstenen bergmolen, verving in 1852 een staakmolen. De romp is achterin gelegen achter de molenaarswoning uit de tweede helft van de 19de eeuw, nu een herberg (Stenedorpstraat nummer 4). Ten noorden paalt het molenperceel aan het Provinciegeleed, ten zuiden aan het kerkhof. De molen domineert samen met de Sint-Annakerk de historische dorpskom van Stene.
Tot eind 19de eeuw is Stene nog een op zichzelf bestaand landelijk polderdorp. Naast de landbouwactiviteit vindt men er een beperkte nijverheid, vnl. steenovens, enkele brouwerijen en haringrokerijen. Door de aanleg van de spoorweg Oostende-Torhout in 1868 ontstaat naast de geïsoleerde dorpskern vanaf 1890 de nieuwe wijk Conterdam, vnl. bewoond door spoorwegarbeiders, aansluitend bij de stad Oostende.